We zijn onze dieren letterlijk aan het dood voederen… Schokkerend… Of misschien toch voor de hand liggend als we kijken naar hun voorouders met exact hetzelfde spijsverteringsstelsel?

Deze studie vond plaats tijdens onderzoek naar adrenalectomie bij katten (het verwijderen van de bijnier). Dr. Francis Marion Pottenger Jr. had in 1903 een hypothese dat tuberculose werd veroorzaakt door tekorten in de bijnier en om zijn hypothese te testen, experimenteerde hij met katten. De katten werden in grote, open kooien in de buitenlucht gehouden.

Door de omvang van de groep katten die bij het onderzoek betrokken was, had men onvoldoende gekookt vlees. Hierdoor kregen bepaalde groepen rauw vlees, wat leidde tot een 10 jaar durende studie naar voeding bij katten.

Katten die gekookt voedsel kregen hadden minder kans om de adrenalectomie te overleven, terwijl katten die rauw voedsel kregen de operatie overleefden.

Hierdoor veranderde men het experiment. Alle katten kregen een dieet van rauw voedsel zoals rauw vlees, botten, leverolie en rauwe melk. Echter, één groep kreeg ook gekookt voedsel.

De katten die rauw voedsel kregen, bewogen veel, hadden veel coördinatie en vertoonden normaal gedrag. Ze landden op hun pootjes als ze ergens afsprongen. De volgende generaties (tweede en derde generatie) groeiden uit tot grotere katten dan de andere groep. Hun schedel was rond, de jukbeenboog (zygomatic arch) was compleet, evenals de frontale sinussen en het calciumgehalte van de botten lag tussen de 12% en 17%.

De katten die deels gekookt voedsel kregen, waren veel banger, ontwikkelden artrose, waren meer lethargisch, hadden minder coördinatie als ze ergens afsprongen, hadden tandproblemen en tandvleesproblemen. De volgende generaties (tweede en derde generatie) bleven kleiner. Hun schedel was platter en kleiner, de jukbeenboog (zygomatic arch) was niet compleet vergroeid en de frontale sinussen waren onregelmatig ontwikkeld. Het calciumgehalte van de botten was slechts 10%. Bij de derde generatie van katten was het calciumgehalte in de botten slechts 3%. Deze kittens werden geboren met sinusproblemen (typische uitzicht van ‘niesziekte’ bij katten) en soms zelfs astma. Eén kat kon zijn nagels zelfs niet terugtrekken als het ergens in vast zat (iets wat we nu heel vaak zien bij katten).

Eén groep kreeg ook melk met suiker. Deze katten waren nerveus en vertoonden stereotiep gedrag.

Kortom, na pas 4 generaties had men terug een gezonde kat door correct te voeren. We weten nu dat door het verwarmen van voedsel er veel voedingsstoffen vernietigd worden. Daarnaast zijn katten, net als hun wilde verwanten, niet gemaakt om brokken te eten met verkookt vlees, graan en hoge suikergehalten. Helaas voeden wij onze huisdieren op een manier die hen ziek maakt. Dit komt doordat er veel onjuiste informatie circuleert over rauwe voeding, en de voedingsindustrie hier gretig gebruik van maakt door misleidende informatie te verspreiden.

Dit is één van vele verschillende onderzoeken, naast wat wij zien als orthomoleculaire therapeuten in de praktijk!

Tags:

No responses yet

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Latest Comments